In deze fase zetten we het geïntroduceerde idee vast in het denken van de leerlingen. Het is belangrijk dat ze zelf met dit nieuwe concept onderzoekend aan de slag gaan. In groepjes van 4 à 5 lossen ze eenvoudige problemen op. Dat lukt goed wanneer ze de denkwijze van de wetenschapper toepassen en waarschijnlijk minder goed als ze dat proberen met hun preconcept.
Je bent als leerkracht nodig om leerlingen op het denkspoor van de wetenschapper te houden. Dat doe je door te vragen wat ze denken en waarom ze dat denken en hen te vragen wat de mening van de wetenschapper zou zijn. Je wilt de leerlingen laten ontdekken dat de visie van de wetenschapper goed werkt.
In de video hieronder vind je een woordje uitleg en voorbeelden uit de klaspraktijk voor het concept energie.
Detail uitwerking voor de concepten kracht, energie, zien, snelheid en zinken, zweven en drijven vind je via het snelmenu links.